donderdag 19 november 2015

Recensie: Oeroeg, Hella S. Haasse

Algemene informatie

Standaardtitelbeschrijving

Het boek Oeroeg is geschreven door Hella S. Haasse, uitgegeven in Amsterdam. Ik heb de veertigste druk uit 1994 gelezen. De eerste druk was in 1948. Het boek heeft 122 pagina's.

Genre

Het genre van het boek is een sociaal/politiek verhaal

Samenvatting

Het boek Oeroeg gaat over een Nederlandse jongen die met zijn ouders in het huidige Indonesië woont. Hij is goed bevriend met de zoon van een van de employés van zijn vader, Oeroeg. Oeroeg is zijn aller beste vriend, en hoewel zijn ouders niet gek zijn op de band tussen deze twee jongens kunnen ze er niet veel aan doen om ze uit elkaar te houden. Zelfs als de jongens naar het voortgezet onderwijs gaan, blijven de jongens goed bevriend maar naarmate ze ouder worden, groeien de jongens steeds meer uit elkaar. De verschillen tussen de westerse en de Indonesische bevolking drijven een kloof tussen de twee jongens. Dit laatste is zeker goed te zien als de hoofdpersoon na zijn studie in Delft en na de tweede wereldoorlog terugkeert naar Indonesië.

De recensie

Oeroeg

Het boek Oeroeg van Haasse heb ik voor deze opdracht gelezen.
Hella S. Haasse is op twee februari 1918 geboren in Batavia, het huidige Jakarta in Indonesië. In 1945 is ze begonnen met schrijven. Oeroeg kwam in 1948 voor het eerst uit. Andere bekende werken van Haasse zijn Het woud der verwachtingen en  Heren van de thee. Hella Haasse heeft in haar leven vele literaire prijzen ontvangen, waaronder de P.C. Hooftprijs in 1983 en de onderscheiding Prijs der Nederlandse letteren in 2004. Mede hierdoor behoort ze ook tot de in het buitenland meest gelezen Nederlandse schrijvers. Ze is tot 2007 actief gebleven met schrijven. Hella Haasse is op 29 september 2011 overleden in Amsterdam.
Het boek Oeroeg is als eerst in 1948 uitgegeven als Boekenweekgeschenk. Ook is het boek in 1993 verfilmd.
Het boek is volgens mij geschreven om een situatie te schetsen over Nederlands-Indië in de vooroorlogse en naoorlogse tijd en om de verhoudingen te laten zien tussen Nederlanders en "inlanders".
De verwachtingen die ik had over dit boek waren best wel hoog, omdat het boek aardig bekend is en veel mensen het gelezen hebben.

Dit boek is een echte aanrader om te lezen. Het is een boek dat je eigenlijk moet lezen, want het geeft een zeer goede kijk op manier hoe Nederlanders in Nederlands-Indië omgingen met de Indonesiërs. De Nederlanders waren namelijk niet zo goed voor de Indonesiërs, die destijds inlanders werden genoemd. Een Nederlander behandelde een inlander als een soort van huishoudelijke slaaf, want de inlander die bij Nederlander werkte, sliep daar ook en moest alle saaie klusjes doen zoals de was en de tuin onderhouden. Ook geeft het boek in goede kijk op de sociale verhoudingen, want de Nederlandse hoofdpersoon is vrienden met de inlandse Oeroeg, maar zijn ouders vinden het eigenlijk niet goed dat hun zoon omgaat met een inlander. Ook moeten inlanders naar andere scholen dan de Nederlanders en moeten ze andere beroepen kiezen na die school.
Dit boek is ook erg goed geschreven, want het is een niet te lang boek, maar het geeft je wel alle informatie, die nodig is om het verhaal te begrijpen.
Ook is het een erg geloofwaardig boek, want de personages beleven normale dingen en als er dan iets aparts in het verhaal gebeurt gaan de personages daar heel normaal mee om. Het worden als het ware normale mensen.
De personages zijn erg realistisch en maken normale gebeurtenissen mee. Zo scheiden bijvoorbeeld de vader en moeder van de hoofdpersoon.
In het boek komen veel gedetailleerde omschrijvingen voor, maar dat is niet storend, want het Indonesische landschap is in deze omschrijvingen heel mooi en daardoor waan je je echt in Indonesië. Wat minder goed is aan het boek is dat ze soms Indonesische termen gebruiken, maar die zijn goed op te zoeken.
Het boek is niet erg actueel, maar voor 1948 is het wel actueel, want in het verhaal is de tweede wereldoorlog net afgelopen en is de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog net begonnen.
In het verleden zijn er wel meer boeken geschreven over Nederlands-Indië en de  verhoudingen tussen mensen daar. Maar dit boek is nog best wel origineel, want het speelt zich aan het einde van het bestaan van Nederlands-Indië en je leest een groot deel vanuit de ogen van een kind.

Ik vind zeker dat je dit boek met lezen, want het behoort tot je literaire bagage en het boek is ook erg goed geschreven. Je krijgt van het boek een realistische weergave van Nederlands-Indië in die tijd. Dus dit boek moet je gewoon lezen.

Oeroeg, Hella S. Haasse
122 pagina's
Querido, 1994







dinsdag 20 oktober 2015

Leesverslag Birk, Jaap Robben

Algemene informatie

Standaardtitelbeschrijving
Het boek Birk is geschreven door Jaap Robben,uitgegeven in Breda. Het jaar van uitgave is 2015 en het is de vierde druk na uitgave in 2014. Het boek heeft 255 pagina's.

Genre
Het genre van het boek is een psychologische verhaal.

Samenvatting
Het verhaal speelt zich op een geïsoleerd eiland tussen Schotland en Noorwegen. Op het eiland wonen de negen jarige Mikael Hammerman, zijn vader en moeder in een huis en in het andere huis woont de buurman Karl. Ook staat op het eiland ook het huis van de overleden mevrouw Augusta. Op een dag komt Mikael thuis, nadat hij met zijn vader op het strand gespeelt had. Zijn moeder vraagt aan hem waar Birk is. Mikael zegt alleen dat hij is gaan zwemmen. Als Birk in de avond nog steeds niet terug is gaan Mikael en zijn moeder Dora Birk zoeken. Ze kunnen hem niet vinden en schakelen zelfs de politie in. Birk wordt niet gevonden in zee en zijn dood staat vermeld als verdrinking. Mikael heeft een groot schuldgevoel en kan niet begrijpen dat zijn vader dood is. In het verhaal komt hij dan ook een mini-versie van zijn vader tegen. In het verhaal wordt Mikael door de jaren heen 15. Hij komt in de pubertijd en op verschillende plekken groeien haren. Mikael kreeg vroeger altijd les van zijn vader. Hij kreeg boeken en toetsen opgestuurd. Na de dood van zijn vader heeft hij een brief gestuurd uit de naam van zijn moeder dat haar zoon was overleden en ze geen boeken en toetsen meer wilde. Zijn moeder dwingt Mikael steeds meer de rol van zijn vader over te nemen. Zo moet hij zijn moeder Dora noemen, de kleren van zijn vader aan en in het bed van zijn vader slapen. Mikael wil de kleren van zijn vader niet aan en ze krijgen ruzie. Hij besluit om naar het huis van Augusta te vluchten. Daar vindt hij een meeuwenei en besluit de meeuw te gaan opvoeden.  Vele dagen gaat hij naar zijn "meeuwtje" toe. Als zijn moeder hier achter komt wordt ze woedend en verbiedt hem naar de meeuw toe te gaan. Karl en Dora worden steeds closer en op een dag nodigt Karl Dora uit om tv te komen kijken. Mikael is niet uitgenodigd, maar hij kijkt stiekem door het raam. Als het tussen de volwassenen zo ver komt dat ze bijna gaan vrijen, gooit Mikael een steen door de ruit. Karl is erg boos en komt de volgende dag om schadevergoeding vragen. Dora zegt dat hij niks kan krijgen en dat ze zoiets nooit meer wilt. Op een dag gaat Mikael weer naar zijn meeuw toe, maar als hij terug komt is zijn moeder zijn kinderspullen aan het slopen: ze laat zijn kinderborden vallen en sloopt zijn knutselwerkjes. In de nacht komt zijn moeder naakt bij hem liggen en laat hem haar borsten voelen. Ook noemt Dora Mikael Birkje. Hij besluit op zolder te gaan slapen. Mikael wordt wakker door een geur van vuur en als hij door zijn raam ziet hij dat zijn moeder al zijn spullen aan het verbranden is. Mikael denkt ook dat het oude huis van mevrouw Augusta in brand is gestoken door zijn moeder en rent er naar toe om meeuwtje vrij te laten. Het is al te laat; de moedermeeuw heeft haar baby doodgepikt en de hersenen liggen ernaast. Mikael gaat in de kast zitten en ziet zijn vader weer. Hij vertelt hem dat meeuwtje dood is en het zijn schuld is. Birk stelt hem gerust en daarna zegt Mikael dat hij zijn vader mist.

Verwachtingen

Dit boek heb ik gevonden op de site van lezenvoordelijst bij niveau drie. Het boek werd erg aangeraden en stond op nummer bij de nieuwe tips. Dit maakte mij erg nieuwsgierig en ik ging op zoek naar recensies. Alle gevonden recensies waren positief en ik kreeg erg zin om het boek te lezen. Mijn verwachtingen van het boek waren dus erg hoog. Ook verwachte ik een apart verhaal, omdat het verhaal zich afspeelde op een eiland waar maar drie mensen wonen.


Motieven en thema

Motieven
In dit boek zijn meerdere motieven aanwezig:
-Schuld: Mikael blijft zich in het boek schuldig voelen over de dood van zijn vader. Aan het eind van het verhaal neemt hij ook de schuld op voor het meeuwtje dat dood is.
-Seksualiteit: Het motief seksualiteit komt in het hele boek voor. Het begint met Mikael, die zich masturbeert. Later gaat hij een keer met Karl mee naar het vaste land waar Karl een prostitué tegenkomt en mee meegaat. Mikael blijft dan op de boot wachten. Ook hebben de moeder van Mikael en de buurman bijna seks. Aan het eind van het verhaal wilt Dora ook vrijen met Mikael, die ze aanziet als Birk.
-Oepidus complex: In het boek zit ook het zogenaamde Oepidus complex. Dat is de wil bij jongens om je vader te vermoorden en seks te hebben met je moeder. Mikael heeft in feite zijn vader laten verdrinken, omdat zijn vader de bal ging halen, die Mikael in het water had geschopt. Dora, de moeder van Mikael, gaat richting het eind van het boek zich steeds raarder gedragen tegenover Mikael: ze gaat naakt het huis rondlopen en komt 's nachts bij Mikael in bed liggen.
-Meeuwen: Meeuwen zijn de meest genoemde dieren in het boek, want Mikael voedt een meeuwtje op en er wordt ook erg vaak gezegd dat zijn vader meeuwen luchtzeilers. Ook vliegen er boven het eiland altijd meeuwen.

Thema
Het thema van dit boek is "het omgaan met het verlies van een dierbare".

Beoordeling

Schrijfstijl
Ik vind dat Jaap Robben dit boek echt heel goed heeft geschreven. Het is zo geschreven dat je het in een keer uit kan lezen, omdat het verhaal zo goed en je het eind wilt weten. Het leest erg makkelijk weg, omdat de zinnen niet te land zijn, er veel gesprekken in het boek voorkomen en er geen lastig taalgebruik in het boek staat.
De volgende passage is de eerste alinea van het boek en staat op bladzijde elf:

In mijn tong jeukten mieren, mijn voeten waren zwaar. Ik stond in mijn zwembroek en met de handdoek om mijn schouders bij de achterdeur.
Mama was de keuken binnengekomen, maar had me nog niet aangekeken.
'Daar ben je,' zei ze alleen en ze tilde het deksel van de pan.
Met een pollepel schepte ze eerst mijn soepkom vol, daarna de hare.
Mijn wijsvinger roerde in mijn soep. 'Je kunt het al prima eten.' Ik ging op mijn stoel zitten en staarde naar de lome damp van mijn soep. 'Laat maar niet te veel voor papa over, had hij maar op tijd moeten zijn.' Lepelend liep ze terug naar haar naaimachine in de zitkamer. 'Ik moet nog even iets afmaken.'

In dit stuk zie je goed de korte zinnen en het niet te moeilijk taalgebruik. Wel is er in dit fragment spanning aanwezig, terwijl er alleen een situatie beschreven wordt. Deze manier van schrijven gaat in het hele boek zo door.

Inhoud

-Personages: In het verhaal zijn maar een paar goed beschreven personages aanwezig. Dat zijn Mikael, zijn moeder Dora en buurman Karl. Van deze mensen krijg je alles te weten: uiterlijk, leeftijd, geschiedenis et cetera. Er zijn nog een paar mensen met een kleinere rol. Dat zijn de boodschappenbrenger Brigitta, zijn zoon, de overleden mevrouw Augusta en de vader van Mikael Birk. Van hen krijg je alleen informatie door de gedachtes van Mikael en de gesprekken, die hij voert.
Doordat er zo weinig personages zijn weet je van alles over de personages en leef je echt met de hoofdpersoon Mikael mee. Het verhaal speelt zich ook in meerdere jaren af, waardoor je een verandering in het gedrag van de personages ziet.
-Ruimte: De ruimte in het verhaal is erg klein, namelijk het eiland en de haven van Tramsund. Doordat de ruimte zo klein is, kom je veel te weten over de plekken op het eiland. Er worden veel ruimtes beschreven, bijna elk hoekje van eiland, maar Mikael komt ook vaak op deze plekken terug, waardoor er niet te veel ruimtebeschrijvingen in het boek voorkomen. In de haven van Tramsund is Mikael even met de buurman. Deze ruimte wordt niet grondig beschreven.

Eindoordeel

Ik vind het boek Birk een echte aanrader, omdat ik het boek echt niet kon wegleggen door de prettige manier van schrijven: er wordt heel simpel, maar toch spannend geschreven.
Het verhaal is zeer goed doordat het een niet alledaags verhaal is, maar het wel herkenbare situaties heeft, zoals ruzie met je ouders, schuldgevoelens en de puberteit. Het eiland is een grote factor in het verhaal, want als dit boek zich niet op het eenzame eiland had afgespeeld was het verhaal wellicht te normaal geweest.
Soms is het verhaal wel erg saai om te lezen want op het eiland gebeurt er bijvoorbeeld een hele week niks en lees je niks bijzonders,zoals op pagina 129

Eerst de kachel aansteken. Een prop papier, wat splinterig hout en een lucifer.
Het papier vlamt op, maar dooft weer.
Uit de vuilnisemmer vis ik het kartonnetje van de macaroni.
Ik bouw een kleine tipi van wat takjes en houd daar een lucifer onder.
En nog een. Het karton vat vlam.
De takjes worden zwart, krullen en zakken in elkaar.
Ik leg er wat latjes op. Rook walmt de keuken in,
 de kachel vult zich traag met vuur en ik duw het deurtje dicht.

Toen ik begon met het lezen van dit boek had ik erg hoge verwachtingen, maar die verwachtingen zijn zeker uitgekomen. Dit boek is echt en topper en ik kan het iedereen aanraden.

Bronnen

De site om het genre te bepalen:
De site van bibliotheek Gorinchem:
http://cwise3.probiblio.nl/cgi-bin/bx.pl?dcat=1;wzstype=;extsdef=01;event=tdetail;via=titelset;wzsrc=;woord=Birk;titcode=872340;rubplus=TX0;vv=NJ;vestfiltgrp=;sid=b3ca231c-313f-40cb-92af-4a833af41631;vestnr=6190;prt=INTERNET;taal=nl_NL;var=portal
De site van de schoolbibliotheek:
http://camphusianum.auralibrary.nl/auraic.aspx












zaterdag 5 september 2015

Leesautobiografie

Mijn aanraking met boeken begint al op jonge leeftijd. Namelijk de leeftijd dat ik werd voorgelezen. Ik werd vroeger voorgelezen door mijn vader, moeder en opa's en oma's. Vaak gingen deze boeken over beren, zoals "de meest verre tocht van Winnie the Pooh" en "365 berenverhalen". Ook werden boeken van Jip en Janneke en sprookjes voorgelezen. Bij de opa's en oma's werden vaak oudere boeken voorgelezen, zoals een boek over tien keine negertjes, waarvan er telkens één verdween. 
Als er liedjes gezongen werden was dat vaak tijdens het oppassen van opa en oma. De liedjes waren dan oud-Hollandse liedjes zoals twee emmertjes water halen.

Op de basisschool werd ook veel voorgelezen, maar dan over andere onderwerpen. Erg vaak ging het over juffen en meesters. De boeken van meester Jaap werden dan ook zeer regelmatig en in bijna elk jaar voorgelezen.
Ook las ik zelf ook op de basisschool. In het begin las ik makkelijke boeken met grote letters, maar toen het lezen goed ging begon ik andere boeken te lezen. Ik had niet echt voorkeur voor boeken en meestal oordeelde ik op de dikte en omslag. Maar de leukste boeken vond ik wel de boeken over de geschiedenis, omdat ik daar erg geïnteresseerd in was/ben. Ook heb ik vele Geronimo Stilton boeken gelezen. In de hogere groepen las ik best wel weinig, maar dat kwam meer door het boekverslag dat er gemaakt moest worden en omdat praten met vrienden veel leuker was dan lezen. In groep acht begon het lezen weer terug te komen, maar dan in de vorm van stripboeken.

In het begin van de onderbouw las ik nog steeds niet echt veel. De boeken die ik las gingen meestal wel nog steeds over geschiedenis, omdat ik het leuk vond om meer over een bepaalde tijd te weten te komen. Boeken over voetbal, vluchtelingen en meisjesonderwerpen vond ik echt niet leuk, omdat ik daar niet geïnteresseerd in was en die onderwerpen me totaal niet aanspraken. Ik las niet veel, omdat ik liever sportte en tv keek. In de derde klas echter ben ik wel meer gaan lezen, omdat de boeken die we moesten lezen leuker werden. Als ik een film wilde gaan kijken ging ik ook meestal eerst het boek lezen.

Mijn smaak nu is niet heel erg anders dan vroeger. Alleen ik heb nu liever een psychologisch boek met een beetje actie dan een actieboek. Ook lees ik nu liever over andere plekken op de wereld dan alleen Nederland en ik vind het niet erg als de hoofdpersoon een andere leeftijd heeft als ikzelf. Een boek met meerdere verhaallijnen vind ik ook erg leuk om te lezen.
Ik heb nog steeds geen echte smaak voor één bepaald soort boek, maar ik weet wel goed wanneer ik een boek leuk vind of niet.
Als ik een boek moet kiezen trekken oudere boeken mij erg aan, omdat ik dat nog steeds leuk vind. 

Op dit moment denk ik dat niveau drie boeken voor mij geschikt zijn, omdat ik graag over nieuwe werelden lees. Ook vind ik het leuk als een boek meerdere verhaallijnen en flashbacks heeft. Over onderwerpen waar ik nog niks over weet lees ik ook graag.

Ik zie niet erg op tegen de boekenlijst, omdat ik vorig jaar het lezen een soort van opnieuw heb ontdekt. Daarom zit ik in een oriënterende fase waarbij ik veel boeken lees over verschillende onderwerpen. Door de leeslijst hoop ik ook een eigen leessmaak te ontwikkelen. 


vrijdag 22 mei 2015

Een vlucht regenwulpen, Maarten 't Hart

Een vlucht regenwulpen van Maarten 't Hart is geschreven in 1978. Het boek is een psychologische roman. Je volgt de hoofdpersoon, Maarten, door een groot stuk van zijn leven. Het begint rond het dertigste jaar, maar er wordt veel gebruik gemaakt van flashbacks. Maarten heeft pleinvrees en dwanggedachtes, daardoor denkt hij de hele tijd dat die dood gaat. Ook is hij al sinds zijn middelbare school verliefd op Martha en denkt haar overal te zien staan.

Spanning

In het boek wordt zeker gebruikt gemaakt van trucjes om de spanning te verhogen. Hierna volgen enkele voorbeelden:

Vertragen
In dit boek wordt veel gebruik gemaakt van vertraging, want Maarten heeft een hele ruime gedachte, die je ook leest. Op het momnet van de spanning komen die gedachtes vaak of na die gedachtes gebeurd er iets spannends. 
Bij de volgende passage is er een lange gedachtegang aan vooraf gegaan. Maarten zat in de auto en had met een denkbeeldig persoon een discussie over gelukkig zijn.

Waarom had ze zo moeten sterven? Voordat ik in staat was daar voor de tienduizendste keer over na te denken bemerkte ik te laat dat ik door een rood stoplicht was gereden dat tijdelijk een weghelft markeerde waaraan herstellingswerkzaamheden werden uitgevoerd. En daarom raakte ik, hoewel ik al remde voordat de tegenligger heel dichtbij was, de voorste auto van een rij wagens die het groene stoplicht aan hun kant rechtmatig passeerde.

In het vervolg van dit ongeval wordt alles snel afgehandeld en gaat Maarten weer verder met de discussie.

Gevaarlijke omgeving
Ook wordt gebruik gemaakt van een gevaarlijke situatie om de spanning te verhogen. Zo gaan Maarten en twee buitenlandse collega's wandelen in de bergen bij Bern. Als ze gaan afdalen begint de spanning.

Ik kijk omhoog; terug kan ik niet meer. Achter mij zwoegt Adrienne met het losse steen. Als een hagelbui kletteren de kleine steentjes die zij losmaakt tegen mijn benen.

Vermoedens
Verder wordt er ook gebruikt gemaakt van vermoedens, zoals in het volgende stuk, wat zich ook tijdens het afdalen afspeelt.

Ik glijd weer omlaag, nu sneller dan  zoëven. Ik ga dood, denk ik. Plotseling ben ik bang, niet op een erg bewuste wijze evenwel. Ik weet wat er gebeuren zal.

Tijdens de afdaling valt Maarten en denkt dat dit het moment is dat hij doodgaat, maar hij overleeft het vallen.

Onverwachte wending
Dit stuk speelt zich in de jeugd van Maarten af. Als jongen is hij erg stil en zit tijdens de pauzes altijd binnen. Dit gebeurt op weg naar huis als een paar jongens hem opwachten.

Met beide handen grijp ik de stok en ruk er zo hard aan dat de jongen voorover valt. ...  Mijn armen trillen, ik sla wild met de stok die ik bemachtigd heb op de hoofden van de drie jongens , ik hoor een vreemd, angstaanjagend gegil en besef pas later dat ikzelf dat geluid voortbreng. 

Het vechten met de jongen gaat nog even verder. Aan het begin van het boek had ik dit echt niet verwacht, maar later gaat dit nog een paar keer gebeuren.

Psychologische spanning

In dit boek wordt voornamelijk gebruik gemaakt van psychologische spanning, want de hoofdpersoon denkt veel, heeft vele angsten en is psychisch honderd procent.

 Thema en motief

Het thema in dit boek is leven in eenzaamheid. Maarten leeft bijna heel zijn leven in eenzaamheid en dat zie je terug in zijn gedachtes. Hij heeft waarschijnlijk ook gedachtes aan de dood, omdat hij voor niemand meer  hoeft te leven na de dood van zijn moeder. Ook heeft hij angst voor lege pleinen, omdat hij zo eenzaam leeft en bang is voor grote ruimtes. In het verhaal maakt hij een zoektocht mee om van zijn eenzaamheid af te komen door het vinden van liefde. Verder is hij na de dood van zijn moeder echt eenzaam en krijgt hij door de ziekte van zijn moeder ook een hekel en de kerk. Daardoor gaat hij zich nog meer afzonderen. Maarten heeft wel vaak dromen over de liefde en wilt niet meer eenzaam zijn.

Ruimte

De ruimtes waar het verhaal zich afspeelt zijn:
- Het ouderlijk huis waar Maarten nog steeds in huis
- De basisschool
- Een bruiloft van een jeugdvriend
- De Zwitserse stad Bern
- Een stad in Zuid-Duitsland
De ruimtes worden best uitgebreid beschreven. Er worden niet veel landschapsbeschrijvingen gegeven, maar meer wat er gebeurt in dat landschap. Zo worden er vele vogels beschreven en dan wordt alleen het deel van het landschap beschreven waar de vogel naartoe vliegt. 
De meeste ruimtebeschrijvingen helpen mee om het thema van het boek te ondersteunen. Maarten woont bijvoorbeeld in zijn jeugd in een huis dat vijf kilometer van de bewoonde ligt, waardoor je een nog eenzamer idee krijgt van zijn leven. Ook helpen de beschrijvingen mee om je een voorstelling van de omgeving te geven. 
Ik waardeer de ruimtebeschrijvingen in het boek, want door de beschrijvingen krijg je een beter beeld van het boek en je waant je echt in het eenzame leven van Maarten.






donderdag 2 april 2015

Camera Obscura, Hildebrand, 1851

Het boek Camera Obscura bestaat uit meerdere verhalen. Deze verwerkingsopdrachten zijn gericht op één verhaal. Het verhaal heet een oude kennis. Het betoog gaat echter over het hele boek, maar de passages komen uit dat ene verhaal. In dit verhaal maak je een zoektocht mee van Dr. Hendrik Johannes Bruis, die op een snikhete zomerdag opzoek gaat naar zijn oude studievriend Dr. Deluw.


Smaakontwikkeling

Ik vind het boek Camera Obscura niet geweldig, maar het is meer een boek dat je voor je culturele opvoeding moet lezen. Door sommige stukken lees je bijvoorbeeld heel snel, omdat het grappig en zeer herkenbaar is.

Het was een brandhete vrijdagachtermiddag in een zekere Hollandse stad; zo heet en zo brandend, dat de mossen op het dak gaapten, 't welk, op gezag der Hollandse manier van spreken, de grootste hitte is, die men zich voor kan stellen. De zon scheen vinnig in de straten en glinsterde op de van droogte poeierig geworden keien.

Met deze zinnen begint het verhaal een oude kennis. Deze situatie is zo herkenbaar en goed beschreven, dat je meteen in het verhaal zit en je later echt gaat meeleven met de Dr. Bruis, die met zijn dikke lichaam door deze hitte opzoek gaat naar zijn vriend.

Dit boek is soms ook minder leuk om te lezen, want de zinnen, zo als in de vorige passage al te zien was, zijn soms heel erg lang.

Welk een tafereel!

Het was een kwade jongen van een jaar of zes, die geweldig schreeuwde en stampvoette; het was een vader, rood van gramschap, die was opgestaan, zich aan tafel vasthield met de ene hand, en met de andere geweldig dreigde; het was een moeder, wit van angst, die de jongen tot bedaren zocht te brengen; het was een grote knaap van dertien jaar met een bleek gezicht en blauwe kringen onder zijn ogen, die met de ellebogen op de tafel en een boek vóór zich, om het tafereel zat te lachen; het was een klein meisje van vijf jaar, die zich aan mama's japon schreiende vastklemde.

Als je zulke zinnen 360 pagina's achterelkaar hebt staan dan ben je op een gegeven moment echt klaar met dit boek. Ik heb zelf ook meerdere malen gedacht dat ik stopte, maar ik heb me er doorheen geslagen.

Dit boek is verder ook zeer leerzaam. Het boek speelt zich in Nederland aan het einde van de negentiende af. Door de goede beschrijvingen krijg je een goed beeld van het leven in de tijd. Voornamelijk de kleding die de mensen droegen, de huizen waarin de mensen woonden en wat de mensen toen deden na het werk. Dit wordt ook nog versterkt door afbeeldingen, wat het verhaal een stuk levendiger maakt.

Tijd en opbouw

Dit boek komt uit 1851 en heeft daardoor een heel ander karakter dan de boeken die tegenwoordig worden geschreven. In dit hele boek zit geen enkel punt waar spanning voorkomt. Ook alle elementen die bij spanning komen kijken, zoals versnelling, vertraging en flashbacks of een niet chronologisch verhaal, heeft of is dit boek niet. Hierdoor kan ik niet zo veel boeiends vertellen in het volgende stuk.

- Vertelde tijd
De vertelde tijd in dit verhaal is negen dagen waarin de dikke man opzoek gaat naar zijn vriend, hem vindt en met hem gaat kletsen. Dit duurt bij elkaar geen negen dagen, maar de Dr. Bruis is op een reis en vertelt acht dagen na zijn ontmoeting dit verhaal aan zijn vrouw. 

'En nu uw vriend, Dr Deluw!' vroeg mevrouw Bruis, toen haar goedhartige echtgenoot, acht dagen daarna, aan haar zijde van de vermoeienissen der reis zat uit te rusten, zich verkwikkende aan een groot glas rijnse wijn.

- Verteltijd
De verteltijd van dit verhaal is 23 bladzijden. Dit is erg veel voor een verhaal van twee uren en een kort stukje acht dagen later. Dit doet het verhaal echter niet veel goeds, want het maakt het soms echt heel erg saai om te lezen.

-Chronologische volgorde
Dit verhaal staat in zijn geheel in chronologische volgorde. Zelfs in alle verhalen in sprake van chronologische volgorde. Dit brengt echt geen spanning, maar het leest wel makkelijker.

In een ogenblik was hij de lange straat al uit, en stond denk ik, hier of daar zich te vergasten aan een komkommer in het zuur, een maatje 'klapbessen', of enige andere straatjongenslekkernij, waarvoor men fatsoenlijke kinderen nooit vroegtijdig genoeg afkeer kan inboezemen.
Intussen ging Dr Deluws deur nog in lang niet open, en zag zich de heer Bruis genoodzaakt nogmaals aan de schel te trekken.

-Continu - of fragmentarisch vertellen
In dit verhaal is continu vertellen heel erg aanwezig, omdat het verhaal weinig tijdsprongen kent en zeker geen flashbacks. Toch bestaat het verhaal uit twee delen, maar die delen lopen mooi in elkaar over en je raakt niet in de war als je bij het tweede deel bent.


Perspectief en vertelsituatie


Aan het begin wordt dit verhaal vertelt door de schrijver zelf, die klaagt over hete zomeravonden. Dus je hebt een ik-vertelsituatie, maar de schrijver maakt zelf niks mee. Hij beschrijft alleen welke mensen er op een vrijdagachtermiddag in de zomer op straat te vinden zijn en hoe zij er uit zien. In het begin van het verhaal is dus een perspectief gebruikt dat de situatie beschrijft.
Na dit tafereel en de beschrijving van Dr. Bruis gaat de vertelsituatie over in een alwetende vertelsituatie. Hierbij beschrijft de alwetende, Hildebrand, de avonturen van Dr. H.J. Bruis.